woensdag 8 oktober 2008

Zinnenverzinzin.
Vandaag zijn we zelf rijmpjes gaan maken.
Eerst bedachten we over wie of wat het zou kunnen gaan.
Dan bespraken we waar die dan kon zijn en wat die zou kunnen doen.

Het volgende kwam er uit:
Waar zou het over kunnen gaan?
een visje.
En waar zou dat visje kunnen zijn?
de zee.
Wat is er met het visje aan de hand?
die moet naar de wc.
(hahaha, vette pret natuurlijk)
Is er in de zee eigenlijk wel een wc?
nee.
En wat nu?
Hij plast gewoon in het water.
Oeps, dat is moeilijk. Want wat rijmt er op water?
Pater, snater, water, theater........heej juf.. een watertheater!!!

En op deze manier ontstond het volgende versje:
Er zwom een visje in de zee
die moest heel erg naar de wc.
Toen plaste hij in het water
en was er een watertheater.

Maar op deze wijze maakten we ook de volgende twee versjes.

In de straat liep een hond
met een hele dikke kont.
Omdat er geen wc was,
poepte het hondje in een tas.

Een kruisspin
had een vriendin.
Ze gingen zoenen
en ruilden hun schoenen.

O,o,o, wat een plezier beleefden ze bij het terug horen van hun zelfgemaakte versjes.